Na Chobe National Park was het tijd om naar Moremi Game Reserve te rijden. Het Moremi Game Reserve ligt in het midden van de Okavangodelta en beslaat met ongeveer 5000km2 ongeveer een derde van het oostelijke deel van de delta. Dit is ook het stuk van de delta dat het best begaanbaar is.
De Okavangodelta is een van ‘s werelds grootste inlandse watersystemen. De voornaamste bron begint in Angola en stroomt door de Okavango, een 1600 kilometer lange rivier, door Namibië om dan bij Botswana uit te komen. Door de zogenoemde panhandle wordt de rivier vertakt in tal van stromen wat de grootste binnenlanddelta (15.000km2) ter wereld vormt. Het is een enorm moerasgebied en het schijnt een van de mooiste, meest bijzondere natuurgebieden van Afrika te zijn, dus we keken er erg naar uit om hier doorheen te rijden.
Fun Fact: Het water stroomt erg langzaam door de delta, door het lage verhang van acht centimeter per kilometer. Het water doet er een half jaar over om vanuit Angola naar het zuidelijkste punt van de delta bij Maun, Botswana te komen. Dit heeft tot gevolg dat het zuidelijke deel van de Okavango Delta de enige plaats in zuidelijk Afrika is met een omgekeerd seizoen: in de droge tijd is de delta op z’n natst.
Moremi Game Reserve – Khwai
We hadden de keuze om via de main route naar de camping te rijden. Main route? Nee joh, deze ging niet langs het water en dat wilden we juist! Dus, een zijweggetje ingeslagen waarna we na tien minuten rijden bij een moeras uitkwamen. Water! Dat is al een tijd geleden. In een boekje van de reisorganisatie stond: ‘En vermijd water zo veel mogelijk’. Roger bij het zien van water: “JEEJ, water! Daar kan ik wel doorheen rijden!” *Plons* Zucht… 😛 .
De eerste camping in het Moremi Game Reserve waar we sliepen was Khwai North Gate Campsite, een camping waar in 2012 een kampeerder is aangevallen door een luipaard. Ze raden dan ook aan om na zonsondergang niet meer lopend naar het toilet te gaan, maar met de auto erheen te rijden. Tsja, leuk advies, maar erg lastig als je tent bovenop de auto zit.. Om nou iedere keer als je naar het toilet moet de tent af te breken en in te pakken.. Onmogelijk 😛 . We kregen nog veel meer adviezen en waarschuwingen bij het inchecken: ‘s avonds was een vuurtje aansteken verplicht, we moesten altijd uitkijken omdat er ook overdag roofdieren (en ze noemde specifiek leeuwen) over het kampterrein konden lopen en we mochten ook hier geen enkel voedsel in de tent laten liggen. Erg spannend allemaal 🙂 .
Bij aankomst op ons plekje werden we weer verwelkomd door talloze groene meerkatten die in de vuilnisbak en op de braai zaten en in de bomen hingen. Naast onze kampeerplek lag een stapel olifantendrollen, goed teken! 😉 De temperatuur was hier gelukkig een stuk aangenamer, het was geen 40 graden meer, maar “maar” 31. Voelde een stuk fijner!
Even douchen en daarna onze eerst gamedrive gemaakt in Moremi. Het was een heel ander gebied dan we tot nu toe gehad hebben, aangezien dit een groot moerasgebied is, dus.. veel water! En niet alleen maar bij waterholes. We kwamen er al snel genoeg achter dat het gebied prachtig is, maar één groot doolhof. Omdat we er met Google Maps niet uitkwamen (die kende alleen de hoofdweg) en er totaal geen bordjes hingen, hebben we toch maar op de camping een veel te dure kaart van het gebied gekocht. In de vijf uur dat we op pad zijn geweest, zijn we geen enkele andere auto of safarijeep tegengekomen. Wat een verademing na Chobe!
Vorkstaartscharrelaar Die kleuren, prachtig! <3 Zuidelijke Hoornraaf Nijlpaarden met vogeltjes op de rug Buffels Pumba en mini-pumba
Iedere keer denken we weer: “We kunnen toch niet zoveel nieuwe dieren blijven zien?” Maar iedere dag is het nog steeds raak. In Moremi zagen we veel rietbokken en lierantilopes. Die hadden we tot dan toe nog niet gezien! Weer wat strepen in de safarigids dus 😉 .
Na vijf uur rijden zagen we in de verte rookpluimen. Toen we dichterbij kwamen zagen we dat er een bosbrand gaande was. Gelukkig aan de overkant van het water, aangezien wij er maar zo’n 30 meter vanaf stonden. Een kudde impala’s vluchtte weg door het water over te steken. Toen we er de volgende dag terugkwamen zagen we dat een flink stuk van het gebied was afgefikt. We vonden dit eerst natuurlijk erg om te zien, maar later hoorden we dat bosbranden noodzakelijk zijn om het bos gezond te houden. Het zorgt ervoor dat de bodem weer vruchtbaar wordt en je krijgt er een jong, gezond bos voor terug.
We zijn ook nog even naar de Dombo Hippo pool gegaan. We wisten meteen waar de naam vandaan kwam toen we aankwamen: een groot meer waar zeker dertig nijlpaarden in lagen. Nog nooit zoveel nijlpaarden bij elkaar gezien. Er was een picknick plek en een uitkijktoren waar we zeker een uur gezeten hebben. Krokodillen, roofvogels, ijsvogels, reigers, steltlopers, olifanten. Er kwam zoveel voorbij, we konden onze lol niet op. We waren de tijd ietwat vergeten, dus toen we zagen hoe laat het was sprongen we snel de auto in. We moesten namelijk om 18:30 weer terug op de camping zijn en aangezien we nogal vaak verdwalen in dit park..
De weg terug met de ondergaande zon achter ons was prachtig! De lucht kleurde rood, het bos waar we doorheen reden kleurde daardoor prachtig mee. Rode bladeren, geel stro, lichtbruinig zand, de donkerbruine bomen. Het kleurenpalet was weer overweldigend. Uiteindelijk waren we precies op tijd terug. Het is zo bizar, van ‘s ochtends zes uur tot ‘s avonds zeven uur zijn we aan het rijden en het gaat gewoon níet vervelen. Ik vraag me af of wij de enige idioten zijn 😛 .
Het werd ‘s avonds best spannend toen we heet water voor de afwas moesten halen bij het ablution block (vijftig meter van onze plek vandaan). Na al die enge verhalen hadden we onze hakbijl maar meegenomen, mocht er een leeuw of luipaard van achter de bosjes verschijnen dan zijn we in ieder geval gewapend. Of het wat had uitgemaakt was een tweede, maar we voelden ons in ieder geval wat veiliger. Gelukkig was er niets aan de hand en kwamen we niet veel later met onze teil warm water heelhuids aan bij de tent! Fieuw.
Moremi Game Reserve – Third Bridge
We werden wakker met een kudde impala’s om ons heen. Spannender dan dat was het niet geworden. We reden langs de river Khwai naar de volgende camping: Third Bridge. Omdat Moremi een waterrijk gebied is (ook in het droge seizoen), zijn de dieren veel meer verspreid. We zagen dus weinig dieren, maar de route zelf was ontzettend mooi. De kleuren waren niet alleen met zonsondergang prachtig, maar ook overdag in de volle zon. Het gebied zelf is mega divers: bossen, moerassen, savannes. Het mooiste gebied tot nu toe, prachtig! Ik val in herhaling volgens mij..
De naam Third Bridge komt van het feit dat je drie bruggen over moet om bij de camping te komen. Niets interessants, toch? Gewoon een bruggetje over? Tsja, de bruggen in Moremi zijn toch wel erg spannend. Het zijn bruggen die gemaakt zijn van boomstammen, waarvan de helft los ligt. We moesten zelfs één keer uitstappen omdat we een boomstam goed moesten leggen, die kwam helemaal omhoog. Toen we er overheen reden hoorden we alles piepen en kraken en schudde de auto als een gek heen en weer. Niet echt een heel fijn gevoel als je er met zo’n volgeladen jeep overheen rijdt.. Gelukkig is Roger een goede chauffeur en zijn we zonder problemen aan de overkant gekomen.

Na de laatste brug kwamen we aan bij een grote plas water. Uhm, moesten we hier doorheen? Roger stapte uit de auto om te kijken hoe diep de plas was (hij liever dan ik, brr) en ondanks dat het water boven z’n knieën uit kwam, mocht ik er toch doorheen crossen. Wel met de mededeling dat ik niet teveel naar het midden moest rijden, omdat het daar toch wel erg diep was. Vet! Met behulp van aanwijzingen van Roger reed ik er doorheen en bereikten de jeep (en ik) heelhuids en zo goed als droog de overkant. Kijk mij eens pro zijn in die dikke jeep 😉 .
Na zes uur rijden kwamen we aan bij Third Bridge, de eerste camping waar we een formulier moesten ondertekenen waarin stond dat we wisten wat de risico’s waren van het overnachten op de camping en dat we hun niet aansprakelijk stelden als er wat met ons gebeurd. Hmm..
De vrouw bij de receptie vertelde dat er op onze plek al mensen stonden, die zouden eigenlijk ‘s ochtends weggaan maar bleven nog een nacht. Beetje gek, maar oké, dan gaan we er wel gewoon bij staan. Het twee stellen te zijn, afkomstig uit Maun – Botswana. Ze vertelden dat ze de dag ervoor twee olifanten hadden gezien, die rustig door het kamp heen liepen. Gaaf! We kwamen er achter dat zij ook de sunset cruise per boot over de Okavango Delta wilden doen, dus besloten we om de de boot te delen. Dat scheelde aanzienlijk in prijs, deze was namelijk per boot en niet per persoon.
Nadat we tien minuten in de boot zaten stopten we al omdat er een olifant voor onze neus aan het badderen was. Ook zat er een Bonte IJsvogel (wát een mooi beest) op een tak, naast de olifant. Tot nu toe hadden deze alleen jagend gezien, wat trouwens een ontzettend leuk gezicht is. Als een kolibrie hangt de vogel minutenlang boven het water, om dan ineens pijlsnel recht naar beneden te duiken. Met z’n lange snavel probeert hij dan een vis uit het water te grijpen. Niet veel later kwamen we een babykrokodil tegen die doodstil tussen de planten in lag. Toen we iets te dichtbij kwamen met de GoPro schoot die razendsnel weg. Dat begon goed!
Bonte IJsvogel aan het jagen naar vis Duikvlucht recht naar beneden Helaas niets gevangen Bonte IJsvogel
Fun fact: Had ik het een paar blogs geleden nog over de inefficiënte spijsvertering van olifanten, de spijsvertering van krokodillen is extreem efficiënt. Doordat alle voedzame delen opgeslagen worden in het lichaam, in de vetten rond de organen en in de staart, kunnen krokodillen een jaar zonder eten. Dat is ook de reden dat ze niet actief op zoek gaan naar eten, maar rustig afwachten totdat er zich een goede gelegenheid voordoet.

De gids heeft ook wat verteld over papyrusriet, wat volop groeit in de Okavango Delta. Hij vertelde dat deze plant erg belangrijk is, zowel voor het natuurgebied, als voor de mensen. De plant houdt namelijk het moeras schoon en kan door de mens gebruikt worden als verband, papier, touw en voor dakbedekking.

We zaten met z’n zevenen in de boot: de gids, wij en de twee Botswaanse stellen. De Botswanen waren wat uhm.. apart. De vrouwen waren alléén maar selfies aan het maken. We gokken (niet gelogen) dat ze er ongeveer 300 hebben gemaakt tijdens de twee uur durende boottocht. Zelfs toen we dichtbij de olifant vaarden bleven ze selfies maken. Af en toe kreeg de man de mobiel en moest hij ook “wat” (zeg maar gerust tientallen) foto’s maken van de dames terwijl hij duidelijke aanwijzingen kreeg: “No, you have to turn it a bit”,”No, not like that! Like this!” Miengot, Roger mag nooooit meer zeuren als ik een keer vraag of hij een foto van mij/ons wilt maken 😉 . Een van de twee mannen zei om het kwartier: “You only live once, life is good, YOLO” (altijd op diezelfde volgorde) en de ander was een of andere Botswaanse cabaretier en was alléén maar grapjes aan het maken. De gids kwam er amper tussendoor. Wel gezellig, daar niet van 😉 , maar dat we überhaupt nog dieren hebben gezien verbaasd ons wel haha.
Er was een moment dat ze (eindelijk) stopten met het maken van selfies en het luidkeels grappen en grollen. Dat was toen we in een smalle aftakking van de lagune vaarden en we een stuk of vijftien nijlpaarden voor ons zagen. Wij zagen hun niet alleen, zij zagen ons ook.. Alle kopjes kwamen boven water (jeutje, wat kunnen die beesten boos kijken), ze spuugden water uit hun neus en wederom hoorden we die reuzenlach die we in Divundu ook de hele dag door hoorden. Het voorste nijlpaard (waarschijnlijk de leider van de groep) zwom steeds een stuk onder water, kwam dan weer boven water om te kijken waar wij stonden, ging weer onder water en kwam op die manier steeds dichterbij.. Best freaky. Omdat het zo smal was, was er ook geen mogelijkheid om er voorbij te gaan en besloot de gids om via dezelfde weg terug te keren. Hij vertelde dat de dieren erg territoriaal zijn (dat was te merken..) en ze de meeste doden op hun geweten hebben van alle Afrikaanse dieren. En dat terwijl het herbivoren zijn!
Fun Fact: Alhoewel het lijkt alsof ze zwemmen, kan de meerderheid van de nijlpaarden niet zwemmen. In werkelijkheid zetten ze zich namelijk af op de bodem om zich te verplaatsen (een soort moonwalk 😛 ). Denk nou niet dat ze daardoor traag zijn, want ze kunnen een snelheid van acht kilometer per uur halen. Omdat ze niet kunnen zwemmen leven ze voornamelijk in ondiepe wateren.

Toen we aan de terugweg begonnen vroeg de gids “Do you mind if I go a bit faster?” Nee hoor, natuurlijk niet! Nou, dat hebben we geweten.. Met ongeveer 60 kilometer per uur scheurde die over de smalle riviertjes, maakte scherpe bochten en week hij net op tijd uit voor een groep waterplanten. Ik heb denk wel honderd muggen, vliegen en libellen ingeslikt (ach, extra vitamientjes), maar het was wel enorm gaaf! Toen we dachten dat het voorbij was zagen we ineens nog een groep buffels aan de kant staan. De zonsondergang was al bezig, dus de buffels in combinatie met de ondergaande zon, de rode gloed over het water, wauw. Een van de mooiste zonsondergangen die we tot dan toe gezien hebben.
Bij het teruglopen van de havenplaats naar de tentplek riep Roger ineens: “Hey een olifant achter de receptie!” Snel er naartoe gerend en gekeken hoe het dier zich een weg baande over de camping. Dit was de eerste keer dat we zo dicht naast een olifant stonden, andere keren zaten we in een auto, jeep of boot maar nu dus niet! Die dieren lijken dan nóg groter. Erg tof.

Die nacht lagen we in de tent en werd ik wakker van hoefgetrappel en geblaas. Ik heb meteen Roger wakker gemaakt en samen hebben we een tijdje geluisterd en gekeken, maar we hadden geen idee wat het was. Tot dan toe is er geen nacht geweest dat ik naar het toilet moest, tot dat moment.. Alles was aardedonker, je hoorde overal geritsel uit de bosjes, geplons in het water en gebrul van de nijlpaarden. Oei, en nu? M’n plastuit (waarvan ik het heel slim vond dat ik die gekocht had, maar nog nooit gebruikt had) lag niet in de tent, we hadden geen emmertje liggen. Ik probeerde weer te gaan slapen, maar dat was onmogelijk. Ik moest echt heel nodig. Dus toen Roger weer wakker gemaakt en samen een tijd naar buiten geschenen met onze zaklampen. Toen we een tijd niets gezien hadden gokte ik het erop en klom ik het trapje af naar beneden. Totdat.. ik een luide brul hoorde. Sneller dan het licht sprong ik het trapje weer omhoog en met m’n hart in m’n keel heb ik een tijd gewacht tot het geluid weer ophield. Uiteindelijk kwam Roger met het idee om de auto in te springen, de deuren dicht te doen en vanuit de auto even om me heen te kijken (dan had je een beter beeld van de omgeving), als ik niets zag kon ik de deur opendoen en naast de auto gaan zitten. Dat klonk als een plan! Snel het trapje afgegaan en de auto ingesprongen. Daarna geplast naast de auto. Ik kan jullie vertellen, een plas heeft nog nooit ZO lang geduurd als die nacht. Oef. Maar gelukkig hebben we ook dit weer heelhuids overleefd! Achteraf is het grappig, toen was het iets minder grappig 😉 .

‘s Ochtends (wederom om vijf uur) ging de wekker om nog een laatste game drive in het Moremi Game Reserve te maken voordat we naar Maun gingen. We reden tien meter het kamp uit toen we een aantal Afrikaanse wilde honden keihard zagen rennen. We volgden ze en zagen dat ze aan het jagen waren op een impala! Als impala’s achtervolgd worden door roofdieren, springen ze constant in een boogje omhoog zodat ze niet in de poten gegrepen worden. Het ziet er onwijs gracieus uit! Een soort balletvoorstelling. Zo zal het alleen voor de impala niet gevoeld hebben, want er kwamen steeds meer wilde honden aan die probeerden om de impala in te sluiten. Het is zo’n machtig gezicht om die dieren op volle snelheid te zien rennen, wauw, wat zijn die snel!
Afrikaanse Wilde Hond in volle snelheid achter de impala aan De balletdansende impala Zó jammer dat ik de voorkant van de impala er niet op heb, maar kijk nou hoe hoog ze springt! Balletdansende impala
Toen we dachten dat de impala geen kans meer had (er waren ondertussen dertig wilde honden die achter haar aanzaten) deed ze iets slims: ze sprong een klein meertje in! De wilde honden zijn bang van water, dus gingen voor geen goud het meer in. Midden in het meertje stond de impala; oren in de nek, helemaal in elkaar gedoken, trillend en omringd door tientallen wilde honden. Ze zag er zoooo zielig uit, je zou het liefst de wilde honden wegjagen om het beestje te redden, maar ja.. dit is de natuur, dit hoort er ook bij.
Nadat we een tijdje hadden staan kijken en er al veel wilde honden weg waren gelopen, besloten wij om ook weer verder te gaan. We reden naar een aantal stilstaande auto’s en toen we er waren zagen we dat een aantal wilde honden wel een geslaagde jacht hadden gehad: ze waren heerlijk aan het smikkelen van een impala. We hoorden van een gezinnetje dat de jacht dwars door het kampeerterrein ging. We zien het al helemaal voor ons: zit je rustig te ontbijten, rent/springt/balletdanst er ineens een impala voorbij met daar achteraan een groep wilde honden. Dan denk je toch ook dat je nog droomt!
Nadat bijna alle wilde honden een hapje impala op hadden gingen ze weer terug naar de levende impala. Uit de bosjes zagen we ineens allemaal kleine wilde honden tevoorschijn komen die ook mee liepen. ZO schattig! Met de bekken rood van het bloed kwamen ze weer aan bij de impala, die helaas nog steeds in het midden van het meertje stond. We hebben nog twee uur staan kijken hoe de honden rondjes om het water renden en een manier verzonnen om bij de impala te komen. Maar ja, als je het water niet in durft, gaat dat niet lukken. Uiteindelijk besloten we om toch maar weer verder te rijden, maar wauw wauw wauw wauw, wat een goed begin van de dag was dat! We hebben erna nog wel vaak aan de impala gedacht en we hopen dat ze het overleefd heeft! Dat hoopten de andere impala’s waarschijnlijk ook. Toen we wat verder reden zagen we een groepje impala’s op een bergje staan, vol spanning kijkend naar de andere impala en de wilde honden.
Met z’n allen richting de impala Daar staan ze dan, te wachten tot de impala het water uit komt Het groepje impala’s dat vol spanning aan het kijken is naar wat er gebeuren gaat
De weg verder kwamen we weer heel veel andere dieren tegen, een stuk meer dan we de dag ervoor gezien hadden! Nijlpaarden (die aan het vechten waren met elkaar), zebra’s, giraffen (ook veel jonge giraffen). Het kon niet op!
Vechtende nijlpaarden Een jagende Afrikaanse Zeearend Kontjes! Baby giraffen <3 Zo schattig! Eksterklauwier
Net toen we besloten hadden om in een rechte weg richting Maun te rijden, zodat we een beetje op tijd bij onze B&B waren, kwamen we een andere 4×4 tegen. De mensen daarin vertelden ons dat de leeuwen een olifant gedood hebben en deze nu aan het oppeuzelen zijn in de bossen. “Don’t be afraid to drive into the bush bush.” Oké dan.. We hebben de aanwijzingen opgevolgd en toen we het bos inreden lag daar een grote olifant, omringd door leeuwinnen, welpjes en jongvolwassen mannenleeuwen. Gelukkig was de lucht een stuk beter dan bij de vorige (deze olifant lag er nog niet zo lang) en waren er ook niet zoveel vliegen, dus we hebben weer een lange tijd genoten (en een beetje gewalgd) van het tafereel.
Blegh Lekker hoor.. Een jong koninkje van de dieren ZO DICHTBIJ ZO SCHATTIG De slurf schijnt ook erg lekker te zijn (check die leeuw op de achtergrond) De kapgier wacht af of er een stukje overblijft Uitbuiken na het eten
Toen we uiteindelijk het park uitreden en ons uitschreven bij de gate vroeg de vrouw achter de balie wat we hadden gezien. We meldden dat we ongeveer dertig african wild dogs gezien hebben en ongeveer vijftien leeuwen die een olifant opaten, waarna ze verbaasd uitriep: “Noooo all this morning?! That’s not possble! O my God, you’re so lucky!” Daar zijn we het helemaal mee eens, lucky Lempers strikes again 😉 .
Moremi is veel meer back to basic dan Etosha of Chobe, daar had je bij iedere camping een zwembad, restaurant, winkeltje, stroom, mobiel netwerk en zelfs WiFi (als het netwerk niet plat ligt dan). In Moremi is dat allemaal niet, er zijn geen echte winkels, er is geen zwembad, je hebt bijna nergens bereik en er zijn geen restaurants. Je hebt dus veel meer het gevoel dat je echt in een safaripark aan het kamperen bent, wat wij wel heel leuk vonden.
Maun
Onze volgende B&B, Okavango River Lodge genaamd, lag in Maun. Maun (wat je uitspreekt als maa-óén) is een redelijk grote plaats in Botswana en net als Kasane, voornamelijk een toeristenplaats en uitvalsbasis voor excursies naar Moremi, Chobe en de Makgadikgadi & Nxai Pan. Het is gelegen aan de zuidkant van de Okavango Delta.
Na negen nachten in de daktent geslapen te hebben, op het dunne matrasje, en alleen maar pasta, rijst en saus/groenten uit blik gegeten te hebben waren we wel weer toe aan íets meer luxe. De lodge zelf stelde niet veel voor, maar de B&B was erg mooi gelegen, tegen de Okavango Delta aan en had een barretje en restaurant, dus wij waren meer dan tevreden. We hebben een heerlijk biertje gedronken aan de waterkant en tijdens de lunch genoten van.. een hamburger en friet (wauw!) en ‘s avonds een forse maaltijd van rijst (dat dan weer wel), kudu, geroosterde groenten en een overheerlijke chocoladecake (gelukkig had ik lactosepillen bij 😉 ). Om half tien waren we weer zo moe dat we naar bed gingen (ons ritme is echt raar hier, dat wordt wat als we thuis zijn). Helaas hebben we bijna de hele nacht wakker gelegen door de muggen (er was wel een klamboe, maar die zat vol met gaten) en de harde muziek die in de bar werd gedraaid. Grr..
De volgende ochtend was het tijd om met een vliegtuigje over de Okavango Delta te vliegen. Van meerdere mensen die we onderweg tegenkwamen kregen we te horen dat dit een aanrader is en dat we niet naar huis mochten zonder dit gedaan te hebben. Nou, dan doen we het maar he 😉 . De prijzen liepen uiteen van 200 euro tot 80 euro per persoon. We hadden goede verhalen gehoord over MackAir en deze organisatie had ook een van de goedkoopste vluchten (88 euro), dus hebben we daar een vlucht geboekt. Om half acht werden we verwacht bij de organisatie die naast het internationale vliegveld van Maun was gelegen. Na het inchecken was het tijd om het vliegtuig in te stappen. De piloot vertelde dat we ongeveer 150 meter boven de delta gingen vliegen en dat de vlucht een uur duurde. Toen hij alles aan het klaarmaken was, klonk de geautomatiseerde melding uit de luidsprekers: “System failure”. Hmm, that’s not a good start! Ondanks de melding ging het opstijgen gelukkig goed en vlogen we na vijf minuten boven de delta. Helaas werd ik bijna meteen misselijk, ondanks m’n pilletje. Jammer, want dat zorgde ervoor dat ik een stuk minder kon genieten van het prachtige uitzicht op de gehele delta. Het enige dat ik dacht was: “Niet kotsen, niet kotsen, niet kotsen”. Na het constant aanspannen van m’n buikspieren (dat schijnt te helpen), zakte het ietwat weg en kon ik eindelijk genieten van de olifanten, neushoorns, giraffen, enorme kudde buffels en antilopen die we op de grond zagen lopen. Grappig, alles zag er vanaf boven uit als Playmobil.
De delta zelf zag er immens groot uit en bevatte veel minder water dan we
hadden verwacht. Alles om de delta heen is dor, droog en bruin. Botswana is duidelijk toe aan het regenseizoen. Uiteindelijk werd Roger ook steeds bleker en was hij dus voor het eerst(!) in z’n leven reisziek. Waarschijnlijk omdat het een erg klein vliegtuig was en de piloot zelf ook druk bezig was met spotten. Iedere keer als hij wat zag maakte hij een flinke scherpe bocht om iedereen het zicht op de dieren te gunnen. Dit hielp niet heel erg mee 😉 . Na een uur waren we beiden dus blij dat we weer op de grond stonden. Ondanks dat was het een erg mooie vlucht en zijn we blij dat we dit gedaan hebben. Volgende keer alleen een helikoptervlucht in plaats van een vliegtuig? 😉
Wat was het weer fantastisch om het verhaal te lezen en al die mooie foto’s te zien. Denk wel dat dit de reis zal zijn om nooit te vergeten. Fijn dat jullie heelhuids thuis zijn.
Wat een leuke verhalen weer. Wat hebben jullie ontzettend veel mooie dingen gezien. Geniet echt mee van jullie verhalen. Het lijkt ons echt geweldig. Blij dat jullie weer veilig thuis zijn. Maar dit Is een onvergetelijke vakantie.
Net de foto’s op de laptop bekeken. Geweldig, mooie natuurfoto’s. Heel goed gelukt.
Wat een geweldig verhaal met mooie foto`s. Dit is wel de reis van jullie leven denk ik. Zoveel gezien en zoveel meegemaakt. Schitterend. Ik begreep dat dat het laatste verslag is en wil jullie daarvoor bedanken. Heb genoten van de verslagen. Bedankt en groetjes.
Hi Jeanne, dit is (tot nu toe) zeker de reis van ons leven! Dit is nog niet het laatste verslag. Er komt er nog een van de laatste dagen ;-), moet alleen nog even de tijd vinden om die te schrijven, want we zijn weer thuis en druk druk haha. Dankjewel dat je iedere keer reageert! Vinden we erg leuk :D. Groetjes!