Afgelopen weekend zijn we een lang weekend naar Parijs gegaan. Vrijdagochtend vertrokken we en zondagavond gingen we weer terug.
Er stond al heel lang op mijn bucketlist om naar het graf van mijn grote held, Jim Morrison, te gaan. Vrijdag bij aankomst zijn we dus meteen naar de begraafplaats gegaan waar dit graf staat; Père Lachaise Cemetery. Dit is de grootste begraafplaats van Parijs en, met twee miljoen bezoekers per jaar, de meest bezochte ter wereld. De begraafplaats wordt zo vaak bezocht omdat er heel veel beroemdheden liggen; dichters, schilders, acteurs, actrices, zangers, componisten, etc. etc. Zo ligt onder andere Edith Piaf er, Chopin en Oscar Wilde. Wanneer je binnen komt staat er een groot bord, met daarop de plattegrond van de begraafplaats en een lijst en locatie van de vele beroemdheden die er liggen.
De begraafplaats is ontzettend groot. Het is maar goed dat we een foto van de plattegrond gemaakt hadden, want het is echt een opgave om de beroemdheden te vinden. De begraafplaats is verdeeld in verschillende divisies en in die divisies zijn de graven van de beroemdheden genummerd. Na een half uur gezocht te hebben naar het graf van Jim Morrison (we waren verdwaald..), hadden we ‘m eindelijk gevonden. Jammer genoeg stonden er hekken om het graf heen, dus je kon er niet naast staan. Blijkbaar werd er op het graf regelmatig vandalisme gepleegd toen er nog geen hekken omheen stonden.. Beetje jammer. Aan het hek waren door de bezoekers allemaal sloten vast gemaakt. Ook is de boom die vlakbij het graf staat een waar kunstwerk geworden. Duizenden kauwgompjes, armbandjes en neprozen zijn aan de boom geplakt/ vast gemaakt. Erg leuk om te zien.
Hierna hebben we nog de graven van Edith Piaf en Chopin bezocht. Toen we bij het graf van Edith Piaf stonden, werd ons verzocht om de begraafplaats te verlaten omdat deze ging sluiten. Na tweeënhalf uur gelopen te hebben op de begraafplaats, waren we ook aardig gaar geworden, dus dat kwam goed uit 🙂 .
Het was helaas ontzettend rotweer.. regen, koud en een harde wind. Toch wilden we graag nog even naar de kerstmarkt op de Champs-Elysees (of zoals Roger het constant noemde: de Chanzeliezee). De weg er naartoe was al heel leuk. Elke winkelstraat is omgetoverd tot een lichtparadijs en de winkelinterieurs zijn veranderd in prachtige winterdecors. Supergezellig!
Eenmaal aankomen bij de Champs-Elysees kijk je echt je ogen uit. Honderden kerstkraampjes, een ijsbaan, verschillende barretjes en honderden lichtjes. De bomen op de Champs-Elysees zitten allemaal vol flikkerende lampjes en op de Place de la Concorde staat een ontzettend groot reuzenrad (la Grande Roue). Na een tijdje rondgelopen te hebben, zijn we toch maar met de metro terug gegaan naar het hotel, want we waren ondertussen aardig onderkoeld geraakt..
De volgende ochtend hadden we een drie uur durende stadstour per bus langs de highlights van Parijs. Normaal zijn we niet zo van de bustours, maar het zat nu bij de prijs inbegrepen en het was toch rotweer, dus waarom niet. Het was eigenlijk wel heel leuk! De vrouwelijke gids die we hadden was heel grappig. We denken dat ze in een vorig leven cabaretier is geweest. Ze vertelden allemaal leuke feitjes over de stad en de verschillende bezienswaardigheden. Dingen die je anders nooit zou weten, bijvoorbeeld:
- Er zijn 7.5 duizend schoonmakers die iedere dag Parijs schoon maken.
- Er zijn 1040 apotheken in Parijs. Zoveel hebben wij er in heel Nederland. In bijna elke straat zit er wel een. Dit komt doordat Fransen de grootste hypochonders zijn die er zijn. Zo noemen ze een kater ook een ‘lever crisis’ (klinkt wel een stuk chiquer dan een kater, haha).
- Toen er een moordaanslag op de keizer was gepleegd, zei hij “Ik ga niet meer naar de opera, behalve als ik er naar binnen kan rijden”. Zo gezegd, zo gedaan. Een nieuwe opera werd gebouwd, met een keizerlijke oprit. De koets kon zo naar binnen rijden en aan de andere kant weer naar buiten rijden.
- Bij de bouw van de nieuwe opera (L’Opéra Bastille) hadden ze per ongeluk de verkeerde architect gekozen. Ze waren toen al begonnen met bouwen, dus nou ja.. dan maar door gaan. Er zijn echter heel wat problemen met het ontwerp en de bouw.. Zo vielen er regelmatig tegels naar beneden en is er een hoofdingang die niet gebruikt wordt.
- Er vallen bijna dagelijks mensen flauw in de Louis Vuitton winkel. Als je daar wilt werken, moet je ook eerst je EHBO-diploma halen. Wij zijn daar ook geweest en vielen ook bijna flauw van de prijzen.. Een riem van 2590 euro en een portemonnee van 800 euro..
Na deze stadstour, gingen we shoppen. Want tsja.. wat moet je anders met dat rotweer. Tijdens de stadstour vermeldde de gids dat er een winkelcentrum onder het Louvre is: Carrousel du Louvre. Ik mocht helaas niets kopen van Roger. Misschien ook niet zo heel gek, aangezien er horloges te koop waren van 140.000 euro en krokodillenleren tassen van 10.000 euro.. Bizar die prijzen joh.
Omdat Parijs toch de stad van de liefde is, moesten we natuurlijk wel iets romantisch doen. We zijn daarom naar de Pont des Arts gegaan. Aan deze brug hangen duizenden sloten (“love locks”) van verliefde stelletjes. De bedoeling is dat je een slotje koopt (er staan om de brug heen allemaal mensen die sloten verkopen), je naam op het slot zet, elkaar zoent en de sleutel in het water gooit. Als symbool voor de eeuwige liefde.
Heel erg corny, maar toch wilden we dit ook doen! Jammer alleen dat we twee kneuzen bij elkaar zijn.. Als eerst lieten we het slot bijna in het water vallen. Gelukkig viel deze net op het randje van de brug en konden we deze nog pakken. Hierna lieten we de sleutel vallen. Gelukkig viel ook deze net tussen de spleten op de brug in. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen, hebben we even klef gedaan op de brug (alleen omdat het moet natuurlijk 😉 ) en hangt ons slotje tussen de duizenden anderen sloten aan de brug.
Hierna gingen we naar de brug “Pont Neuf”, waar we moesten verzamelen voor de boottocht over de Seine. Deze boottocht was niet voor herhaling vatbaar (in ieder geval niet in de winter). Buiten vriezen je oren er af en binnen zie je niets omdat alle ramen beslagen zijn. De guide praatte ontzettend monotoon en een soort Frenglish (French – English), dus er was niets van te verstaan.
Na de boottocht hadden we amper meer gevoel in onze vingers en tenen, dus snel een pianobar in om op te warmen. Heerlijk met een Kronenbourg in de hand genieten van de pianist die onder andere liedjes van the Beatles zong. Na een aantal biertjes hadden we toch wel honger gekregen, dus gingen we op zoek naar een restaurantje. Dat is niet zo moeilijk in Parijs, aangezien er in elke straat minstens drie restaurants zitten. We hadden er dus ook snel een gevonden.
Als voorgerecht had ik slakken besteld. Nou, dat was een succes.. Heel het restaurant moest me helpen, omdat ik er allemaal rare apparaten bij had gekregen en ik begot niet snapte hoe dat werkte. De eerste keer dat ik het probeerde vloog m’n slak door het restaurant heen. Er werden zelfs foto’s van m’n klunzigheid gemaakt. Nadat een man me had uitgelegd hoe het werkte, ging het gelukkig een stuk beter 😀 .
Eenmaal uitgegeten gingen we naar de Notre Dame en de Eiffeltoren. Parijs rond kerst is echt zoooo leuk en gezellig! Nóg meer lichtjes en lampjes dan normaal en elke bezienswaardigheid heeft wel iets extra’s. Zo heeft de Notre Dame een supergrote kerstboom op het plein ervoor staan en staan er in de Eiffeltoren mooie rode kerstbomen die ook van buiten te zien zijn.
Het voordeel van Parijs is ook dat alles dicht bij elkaar ligt. Lopend kan je al veel zien en anders stopt er bijna overal wel een metro. Het handigste vervoersmiddel is echter de fiets. In Parijs hebben ze een superhandig fietsverhuur systeem: Vélib. Er zijn in Parijs 1800 stations, 24 uur per dag beschikbaar. Doordat er zoveel stations zijn, kan je gemakkelijk elk half uur je fiets omwisselen waardoor je uiteindelijk dus niets hoeft te betalen. Je moet alleen niet bang in het verkeer zijn, want je fietst wel in Parijs, waar de mensen rijden als idioten en er vaak geen normale fietspaden zijn. Je houdt af en toe dus je hart vast als je weer eens bijna van je sokken gereden wordt 😛 .
De volgende dag zijn we naar L’Hôtel national des Invalides gegaan. Een complex wat meerdere musea en monumenten bevat, allemaal gerelateerd aan de militaire geschiedenis van Frankrijk. We hadden een ticket gekocht en een audio tour. De audio tour kost zes euro en daarvoor krijg je een iPod en koptelefoon. Op de iPod staan allerlei filmpjes en audiofragmenten. Deze audio tour is wat ons betreft geen aanrader. Of je hebt zin om bij elke showcase minstens vijf minuten te staan om naar het verhaal op je iPod te luisteren. Wij hadden daar in ieder geval het geduld niet voor 😛 . Het Musee de l’Armée is erg interessant. Overal zijn wapens en wapenuitrustingen te zien van honderden jaren oud.
Bij het museum hoort ook de Dôme des Invalides. Een koepelkerk waar onder andere de tombe van Napoleon Bonaparte staat en meerdere graven van beroemde Franse militairen en verwanten van Napeoleon. De tombe van Napoleon is heel groot en indrukwekkend. Leuk om een keer gezien te hebben!
Trek voor L’Hôtel national des Invalides wel een dag uit. Het bestaat namelijk uit zeven delen. Wij waren er half drie en konden maar twee delen zien, omdat het om zes uur alweer ging sluiten.
We zijn drie volle dagen in Parijs geweest en we hebben nog lang niet alles gezien en gedaan wat we wilden. Er is zoveel te zien en te doen. Er zijn meerderen kerstmarkten, ontzettend veel bezienswaardigheden en musea en je kunt winkelen tot je erbij neer valt (het is allemaal wel een beetje prijzig..). Ondanks het weer hebben we het wel onwijs naar ons zin gehad. Parijs doet, zeker tijdens de kerst periode, zijn naam als “Lichtstad” eer aan.
Je zou zo zin krijgen om volgend jaar december het van dichtbij mee te maken.
Het klinkt heerlijk en Parijs is ook een geweldige stad. olgende keer beter.