Daar zaten we dan.. in het vliegtuig van AirAsia richting Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Met onze knieën tegen de stoel voor ons. Dit vliegtuig is duidelijk gemaakt voor kleine, Aziatische mensen.
Bij aankomst in Cambodja was het één grote chaos bij de balie waar je je visum moest kopen. Er stonden twee man bij de balie en die moesten in zo’n kort mogelijke tijd 150 man aan een visum helpen. Ze spraken amper Engels, er stond nergens informatie over wat er van je verwacht werd en alles moest snel snel snel. Chagrijnig als de pest werden onze paspoorten afgepakt en werd er naar ons gebaard dat we zo snel mogelijk 30 dollar per persoon moesten betalen. Alle toeristen keken elkaar aan van: wat gebeurd hier joh?! Leuke verwelkoming in een land.. We waren even bang dat iedereen in Cambodja zo chagrijnig zou zijn, toen onze taxi chauffeur ook aan één stuk door zat te schelden op het overige verkeer. Gelukkig blijkt het tegendeel waar: de bevolking is heel aardig en nederig en willen je graag helpen met alles.
De stad Phnom Penh.. Een woord: chaos! Overal rijden scooters, brommers en tuktuks die zich op de raarste, meest onmogelijke manieren door het verkeer manoeuvreren. Mensen rijden tegen het verkeer in, met z’n vijven op een scooter en letten alleen op zichzelf, in hun spiegels kijken doen ze niet. Je ziet ook níemand, maar dan ook níemand lopen. Alles wordt met scooters en brommers gedaan.
Bijna iedereen heeft een mondkapje op in het verkeer en we begrijpen ook meteen waarom; door de uitlaatgassen en de hoeveelheid stof durf je af en toe geen adem te halen.
Langs de weg zagen we alles in Dollars staan. Wij dachten dat alles met Cambodjaanse Riel werd betaald, maar blijkbaar wordt dit alleen maar voor kleine bedragen gebruikt. Voor de wat hogere bedragen betaal je gewoon met Amerikaanse Dollars. Wel makkelijk rekenen in ieder geval!
Toen we even aan het relaxen waren in de kamer van het hostel, hoorden we op een gegeven moment water kletteren. We dachten dat de buren aan het douchen waren, maar toen het gekletter steeds harder werd, kwam Roger met de snuggere opmerking: “Hey, misschien is het wel regen”. Toen we de deur open deden, zagen we dat hij inderdaad gelijk had. Het kwam echt met bakken uit de lucht zetten! Nog steeds was het bijna 30 graden. Ah, dit noemen ze dus een tropische regenbui 😛 . Dan nog maar even binnen blijven en hopen dat de bui over gaat.. Gelukkig was het na een uurtje weer redelijk droog (alleen nog wat miezer) en konden we dan eindelijk wat gaan eten.
We besloten om geen tuktuk te pakken, maar te gaan wandelen naar het restaurant. Omdat alle straten nummers hebben en geen namen, is het erg makkelijk om te navigeren. Zouden ze overal moeten doen!
Toen we bij de eerste rotonde aan kwamen, snapten we meteen waarom niemand loopt in Phnom Penh.. Picture this: de rotonde om de Arc de Triomphe (ja, die zesbaans weg), lopend moeten oversteken. Nergens zijn er zebrapaden en verkeers- en voorrangsregels zijn er niet. Na tien minuten gewacht te hebben, in de hoop dat er een mogelijkheid komt om in een keer over te steken, besloten we toch maar om over te gaan steken. Ze zullen vast wel stoppen.. toch? Met gevaar voor eigen leven liepen we tussen de auto’s, brommers en tuktuks, maar we did it! High five voor ons!
Hierna was het tijd om onszelf te trakteren op een heerlijke Cambodjaanse gourmet/ BBQ met een lekker flesje wijn. Toen onze buiken gevuld waren, was het tijd om in het nachtleven van Phnom Penh te duiken!
Nou.. nachtleven. Uh, tsja.. die zal er vast wel zijn, maar wij konden die niet vinden. Dat was even wennen na de gezelligheid in Bangkok. Nergens is straatverlichting, alles is dus pikkedonker. Tevens kan je vaak niet lopen op de straat, omdat auto’s/ scooters de weg versperren of er een lading vuilnis ligt waar de ratten zich te goed aan doen. Het was zelfs zo erg dat we langs een stapel vuilnis liepen en hier een stuk of zeven megagrote ratten uit kwamen rennen. Smerig!
Ook wordt bijna iedere muur gebruikt als openbaar toilet door de tuktuk chauffeurs, dus de lucht is af en toe niet te harden.
Nadat we een rondje zijn gelopen en nog wat mooie foto’s van het Koninklijk Paleis bij nacht hadden gemaakt, zijn we toch maar weer terug naar het hostel gegaan. Daar raakten we aan de praat met een medewerker die aan ons voorstelde om morgen onze privé tuktukchauffeur te zijn. Het was een onwijs aardige gast, dus prima natuurlijk!
Toen we naar bed wilden gaan, kregen we de schrik van ons leven. Een zes centimeter lange KAKKERLAK rende onder onze voeten door. Roger heeft 20 minuten lang geprobeerd om dat beest te vangen met een plastic zak. Ik heb hem nog nooit zo bang gezien, haha! Uiteindelijk had ie ‘m. Fijn.. en hier moeten we twee nachten slapen, oef..
Killing Fields & Tuol Sleng
Na een korte nachtrust (die kakkerlak bleef maar voor komen in onze dromen, of uh.. nachtmerriess?) was het tijd om met onze tuktuk chauffeur Bali naar Choeung Uk te gaan, ofwel de Killing Fields. Drie kwartier waren we onderweg. Wat een avontuur ook weer!
Toen we bij de Killing Fields aan kwamen, zagen we eindelijk wat toeristen. Heel raar, maar in Phnom Penh zelf zijn er heel weinig te zien.
Even wat achtergrondinformatie:
Cambodja kent een gruwelijk (recent) verleden. Ongeveer 35 jaar geleden was het land een grote puinhoop. Onder de leiding van Pol Pot had de Rode Khmer ongeveer twee miljoen mensen vermoord. Dit alles onder het mom van het creëren van een nieuwe, betere samenleving. Zoals Pol Pot zei: het jaar nul.
De Killing Fields is een gebied waar gevangen van Tuol Sleng (een school dat omgebouwd was tot gevangenis) heen gebracht werden, toen het er te veel werden om in Tuol Sleng te huisvesten. Het begon met wekelijks een aantal vrachtwagens die de gevangen van Tuol Sleng naar de Killing Fields vervoerden, maar op het laatste reden deze vrachtwagens dagelijks. Deze plek had maar een doel: moord.
De gebouwen die er toentertijd stonden zijn allemaal afgebroken door woedende bewoners, dus er staan nu alleen borden op de plekken waar die gebouwen eerst stonden. Dat maakt het er niet minder heftig op. Door middel van een audiotoer (zowaar ook in het Nederlands!) word je langs alle plekken geleid en krijg je overal te horen wat voor verschrikkelijke dingen zich daar afgespeeld hebben.
Het is heel dubbel om in Choeung Ek rond te lopen. In je oortje hoor je de verschrikkelijke verhalen en om je heen zie je de bloemen in bloei staan, de vlinders vliegen en hoor je de vogels fluiten. Je kunt je bijna niet voorstellen dat hier 9000 mensen op gruwelijke wijze vermoord zijn.
Dat aantal van 9000 loopt nog steeds op. Er worden namelijk nog steeds botten, tanden en kledingstukken gevonden die naar boven gespoeld zijn door de regen. Vooral in het regenseizoen worden er nog veel overblijfselen gevonden. Het bizarre is dat je de botten en stukjes tanden gewoon op het looppad ziet liggen. Je loopt dus op de beenderen van de slachtoffers, als je niet uit kijkt. In Nederland zou zoiets al lang uitgegraven worden, maar in Cambodja gaat dat toch heel anders blijkbaar.. Heel heftig.
Het meest heftige van deze toer was de killing tree. Een boom waar de hoofden van baby’s en kinderen tegen aan geknald werden om ze te vermoorden. De stukjes hersenen en botten moesten van de boom afgeschraapt worden. Nadat ze vermoord waren werden ze in een massagraf er naast gegooid.
In de tijd van Choeung Ek hadden de omwonenden geen idee wat er zich afspeelde binnen de omheiningen. ‘s Nachts werden er luide communistische liederen afgespeeld om het geluid van schreeuwende mensen te maskeren.
Aan het einde van de toer staat een groot, hoog memorial gebouw; de Stupa. Het gebouw telt 17 verdiepingen met overblijfselen (beenderen, kledingstukken, schedels en moordwapens). Voordat je hier in gaat, dien je uit respect je schoenen uit te trekken. Zo ontzettend erg en emotioneel dit allemaal. Aan de schedels kon je precies zien hoe ze gestorven waren; een aantal hadden een grote spleet in hun schedel van een machete, de ander had weer een groot gat in z’n schedel van een schop..
Het bizarre aan dit alles is ook dat het pas in 1979 gestopt is. Vijf jaar later werd Roger geboren! We kregen te horen dat de rest van de wereld geen idee had wat er zich in Cambodja afspeelde. Buitenlandse journalisten werden afgemaakt, grenzen werden dichtgezet, niemand mocht meer naar buiten. We hoorden zelfs dat de VN financiële steun aan de Rode Khmer en Pol Pot heeft gegeven en zij zelfs een zetel in de VN hadden. Wauw…
Na deze bizarre, heftige en emotionele toer gingen we met de tuktuk naar het Tuol Sleng museum ofwel het Museum van de Volkerenmoord.
Tuol Sleng was vroeger een school, maar werd in de tijd van Pol Pot omgebouwd tot martelgevangenis. Pol Pot vond namelijk dat overheidsgebouwen, scholen, universiteiten en dergelijke overbodig waren. De mensen die hier gevangen zaten werden ervan beschuldigd dat ze CIA of KGB waren, terwijl het gewoon doodnormale burgers waren (veelal mensen die gestudeerd hadden, de boeren lieten ze met rust). Elke gevangene werd tien minuten per dag gemarteld, totdat ze schuld bekenden of namen gaven van anderen.
Tijdens het martelen zijn veel mensen overleden. In het museum zijn nog veel martelwerktuigen te zien; mensen werden verstikt, verdronken en vingernagels werden er af getrokken. Zelfs de bedden waar de mensen aan werden vastgeketend staan er nog. Van al deze gevangen werd een foto gemaakt bij aankomst en bij overlijden. Al deze foto’s hangen in de verschillende gebouwen. Eigenlijk heeft het heel veel overeenkomsten met Auschwitz.
Wij hadden een gids gehuurd en zij vertelde dat ze tien jaar oud was toen dit gebeurde. Haar vader en broertje zijn vermoord door de Rode Khmer en zij heeft ook een tijd met haar moeder opgesloten gezeten. Terwijl ze dit vertelde kreeg ze tranen in haar ogen. Hoe lastig moet het voor haar zijn om hier iedere dag mee geconfronteerd te worden.
Roger en ik wisten al veel over het regime van de Rode Khmer, maar om dit dan met eigen ogen te zien is toch een heel ander verhaal.
Russian Market
Omdat we de dag niet wilden afsluiten met deze sombere gevoelens, gingen we ‘s middags nog even naar de Russian market. Een onwijs grote overdekte markt. Binnen is het net een doolhof: smalle gangetjes en je kan er gemakkelijk verdwalen. Het is wel erg leuk om doorheen te struinen. Dit hebben we een uur gedaan en we zouden er nog veel langer rond kunnen lopen, ware het niet dat het een sauna was binnen.
Hierna zijn we lekker uit eten geweest en nu zitten we weer in onze hotelkamer met de airco aan. De airco is in dit land een must, want wat een warmte zeg, allememachies. De gevoelstemperatuur ligt iedere dag rond de 39 graden.
Tijdens het regime van Pol Pot was Phnom Penh een spookstad en hierna zat het vol prostitutie en wapenhandel. Momenteel is Cambodja en dus ook Phnom Penh bezig om weer op te krabbelen. Er wordt veel gebouwd, gerenoveerd en er komen steeds meer bedrijven naar het land. Toch vonden wij Phnom Penh geen fijne stad. De stank, de stof, de chaos op de weg, het lastig kunnen wandelen en het ontbreken van een soort (toeristisch) centrum heeft er voor gezorgd dat wij er niet zo enthousiast over zijn.
Morgen pakken we de bus richting Battambang. We zijn benieuwd of dit ook zo’n chaotische stad is, of dat het compleet anders zal zijn. We’ll keep you posted! 😉 Wij gaan slapen, welterusten!
Heftig om het van zo dichtbij te zien. Of je wilt of niet, daar word je best emotioneel van.
Gelukkig daarna weer tijd voor gezellige dingen.
Doet je wel even stilstaan bij een ander aspect van het leven. Ik neem aan dat jullie de film The killing Fields ook wel hebben gezien?
Nee, niet gezien! Wisten helemaal niet dat die film bestond, maar we zagen ‘m inderdaad op de markt te koop staan. Thuis even snel die film kijken, ben benieuwd!