?>

Swakopmund, Cape Cross, Spitzkoppe & Twijfelfontein

Home  /  Afrika  /  Huidige pagina

Swakopmund

Dag nummer vier! Deze dag sliepen we weer in een Bed & Breakfast, dus reden we helemaal door naar het randje van Swakopmund waar onze B&B gelegen was. Terwijl Roger de sleutel ging ophalen bij de receptie, ging ik de auto fatsoeneren. Echt óveral zat zand, grind en stof, leuk hoor.. dat woestijnleven. Je wast je handen, raakt iets aan en je zit weer onder het stof. Onze kleding ziet er na vijf minuten al uit alsof we er mee door het zand hebben gerold.. Ben benieuwd hoe de auto (en wij) er over vier weken uitzien. Toen Roger terug kwam was het enige dat uit zijn mond kwam: “O mijn God Wendy, ik heb net het huisje gezien, o mijn God”. Uhm.. oké, is dit goed of slecht? Er kwam verder weinig uit hem, behalve: “Je ziet het zo zelf wel”. Toen ik met ‘m mee liep viel m’n mond al open, wauwww hoe schattig zien die huisjes eruit en hoe mooi zijn ze gelegen, pal tegen de rand van de woestijn Namib. “Dit is nog niets..”, zei Roger mysterieus. Aangekomen bij ons huisje haalde Roger de deur van het slot en mocht ik ‘m open maken. Oooo… Mijn… God… Het huisje was een soort loft met vanuit iedere kamer een panoramisch uitzicht over de woestijn <3. De badkamer had een mega grote inloopdouche en er stond een houtkacheltje in de woonkamer. Het hele huisje straalde romantiek uit. We wilden ‘s avonds eigenlijk de stad in om wat te eten en drinken, maar toen we dit zagen besloten we meteen om het pak wijn, de toastjes, kaasjes en chips uit de auto te halen en lekker de avond “thuis” te blijven met het haardvuurtje aan.

Voor de volgende ochtend hadden we een Living Desert Tour geboekt. Om acht uur werden we opgehaald, dus iets voor achten zaten we klaar in de lobby. Ondertussen werd het 8.15..8.30..8.40.. De vrouw achter de receptie had een aantal keer gebeld naar de organisatie en de eerste paar keer kreeg ze te horen dat ze onderweg waren. De laatste keer dat ze belde hoorden we haar boos worden en de zin “No, they’re young people” uitspreken. Hmm.. wat maakt onze leeftijd uit voor een dergelijke toer? Het bleek dat we niet op de lijst stonden en de groep dus al was vertrokken. Lekker dan -.-. Na veel gedoe en geregel kwam een van de guides ons ophalen bij een meeting point in de woestijn. Vanuit de B&B konden we naar beneden klauteren, zodat we meteen in de woestijn stonden (iemand van de B&B liep gelukkig mee). Daarna moesten we wat verder de woestijn in en hebben we een tijdje staan wachten. Uiteindelijk zagen we onze gids, Barbera, aan komen lopen. Hijgend en puffend.. Oei, het was dus een stukje lopen naar de rest van de groep (nu snappen we ook de vraag Are they old? die gesteld werd aan de telefoon). Ze bood haar nederige excuses aan en vertelde dat we niets hoefden te betalen voor deze excursie. Kijk, dat is dan weer mooi meegenomen!

Tijdens de wandeltocht vertelde ze ons dat we nog niets gemist hadden. Ze hadden alleen een generiek praatje over het landschap en de duinen gehouden, maar verder nog geen dieren gespot. De duinen zagen er compleet anders uit dan die in de Sossusvlei. De duinen daar hadden allemaal eenzelfde egale kleur, de duinen hier hadden allemaal verschillende kleuren en patronen: zwart, grijs, wit, bruin, rechte strepen, een golvend patroon. Erg tof om te zien!

De patronen ontstaan door de harde kustwind. De verschillende kleuren zijn mineralen, zoals graniet, die van de Drakensbergen in Zuid-Afrika afkomen. Huh? Zuid-Afrika? Dat ligt toch heel veel kilometer verder? Dat klopt, maar (zo vertelde Barbera) alles vergaat op de wereld, zo ook bergen. De Drakensbergen was eerst acht kilometer hoog, nu is deze “maar” drie kilometer. Door de wind worden al die fijne steentjes en mineralen van de Drakensbergen richting de duinen in Swakopmund geblazen.

Ze vertelde ook dat onderzoekers voorspeld hebben dat de mooie lodges waar we in geslapen hebben over 30/40 jaar bedolven zijn door de duinen. Vroegah werden de duinen teruggedwongen door de aangrenzende rivier. Door de klimaatverandering (global warming) bevat de rivier nu veel minder water. Ook zijn ze volop dammen aan het bouwen in Swakopmund e.o. (water is schaars), dus het water dat er valt wordt tegengehouden en stroomt niet door de rivier richting zee. Dit zorgt ervoor dat de rivier zo weinig water bevat – zelfs in het regenseizoen – dat de duinen gewoon door kunnen groeien. Bizar idee toch? De halve stad opgeslokt door de duinen.

Om half tien waren we dan eindelijk herenigd met de rest van de groep. Onze ochtendgymnastiek hadden we in ieder geval meteen gehad! We waren met twee volle auto’s en twee guides: Chantelle en Barbera. Barbera was nog in de leer, Chantelle was degene die ervoor moest zorgen dat we wat dieren zouden zien deze dag. Op blote voeten (terwijl er giftige slangen en schorpioenen onder de grond zitten…), met een cowboyhoed op het hoofd, zocht ze naar de kleinste tekens van leven: pootafdrukken, gaatjes, drolletjes. Als ze een minuscuul plekje op het zand zag wist ze meteen dat er een dier in de buurt was en ook meteen wat voor dier, of ie er nog zat en zo nee: waar die heen was gegaan. Super knap!

Na een aantal minuten was het zo ver: “Jongens, spring maar in de auto! Ik heb m’n favoriete dier gevonden!” Vol verwachting sprongen we de auto in en reden we naar de plek waar Chantelle het beest gezien had. Rustig uit de auto stappend (we mochten niet teveel lawaai maken) en achter elkaar aanlopend in eenzelfde spoor (alles om de dieren niet te verstoren) kwamen we uiteindelijk aan bij een bosje. En wat zat daar? Een heuse kameleon! Wauwww, wat gaaf! Chantelle vertelde dat de mannetjeskameleon een territorium van drie vierkante kilometer heeft (en dat voor zo’n klein beest!) en als hij een ander mannetje in dat gebied vindt, vechten ze tot de dood. De kameleon was eerst zwart – om de zon goed te absorberen – maar werd later, toen hij wat ging lopen, steeds lichter totdat hij op een gegeven moment zelfs lichtroze was. De eerste keer dat we een kameleon daadwerkelijk van kleur zagen veranderen en het was zo tof om te zien! We hadden blijkbaar erg geluk dat ze er een gevonden had, want door de illegale verkoop (je kunt ze voor 4000 namibian dollar verkopen, ongeveer 230 euro) van deze dieren komen ze niet meer zo veel voor. Tien jaar terug vonden ze wel 27 kameleons op de route, nu bouwen de gidsen ‘s avonds een feestje als ze er twee zien. En.. jullie zullen het niet geloven maar een uur later vonden we (nou ja, Chantelle..) er nog een! Wat een geluk!

Je kunt aan alles merken dat dit haar passie is en dat ze ontzettend veel liefde heeft voor al deze dieren. Toen ik zei dat ze de “Best job ever” had reageerde ze met: “Job? What job?”

We reden weer een stukje verder en ineens stopte ze de auto, sprong ze eruit en gooide haar hoed de duin op. Zelf sprinte ze er achteraan, rende als een gek heen en weer en graaide af en toe wat in het zand. Wij hadden geen idee wat er gebeurde! Op een gegeven moment komt ze terug lopen met iets in haar hand. Een hagedis! Een Shovel Snouted Lizard om precies te zijn. Ze gooide de hoed, omdat de hagedis dan denkt dat het een vogel is en het zand induikt. Daar is die dan makkelijk uit te halen, maar als je achter ‘m aan moet rennen (zoals nu gebeurde) is het niet zo makkelijk om er een te pakken te krijgen, aangezien ze rond de 20km per uur rennen. Chantelle liet zien hoe ze zich ingraven door ‘m even los te laten. Hup! Meteen het zand in en stil blijven zitten, ze pakte ‘m er zo weer uit haha. Arm beest, dacht dat ie veilig zat..

Hapje vinger

Fun Fact: Shovel Snouted Lizards bijten in het paringsseizoen de teen van andere mannetjes af. Zo zijn die mannetjes niet meer snel genoeg om achter de vrouwtjes aan te gaan. Zo slim! Op de foto hieronder is te zien dat de hagedis die wij hadden gezien ook een teen mist.

Het arme beest met een missende teen

Na wat foto’s geschoten te hebben stapten we weer in de auto. En hup, een paar minuten later sprong ze er weer uit. Wij weer allemaal doodstil wachtend in de auto, benieuwd naar wat ze nu weer mee terug nam. Het was zo ontzettend leuk om haar te zien jagen op de beesten, we zijn nog steeds verbaasd dat ze het op blote voeten deed (als enige van alle gidsen die we gezien hebben). Love haar! Behalve toen ze zei dat ze niet van katten hield en dat ze die pijn doet als ze die in haar tuin ziet, toen hield ik wat minder van haar..

Maar goed, ook dit keer werd ons wachten beloond en kwam ze terug met een… Palmato Gecko! Eerst een baby en daarna de moeder. Ze had ze gespot doordat ze wat lichte vlekjes in de duinen zag.. Wauw.. Deze gecko kan zijn staart er af laten vallen als hij door een ander beest gepakt wordt. Het teruggroeien duurt 6-8 maanden, oei. Ze groef een gat, gooide er wat water overheen (om het zand te verstevigen zodat de tunnel niet instort) en zette de gecko weer terug. Wederom uiterst voorzichtig, zonder het beest te laten stressen. De gecko begon meteen driftig een tunnel te graven in het zand om daar een paar minuten later in te verdwijnen.

Tussendoor ving ze trouwens ook nog allerlei kleine insecten: kevers, beetles, UCO’s (Unidentified Crawling Objects) zoals zij ze noemt. Overal verteld ze met evenveel passie en respect voor het beest over. Zo vertelde ze een leuk weetje over de Fog Basking Beetle: zij worden geboren met vleugels, maar die fusen ze samen, waardoor ze beter water kunnen vasthouden. Het is immers belangrijker in een woestijn om water vast te houden, dan om te vliegen. De wondere wereld van dieren! Geweldig!

Terwijl wij door de woestijn heen reden vlogen er de hele tijd witte vogeltjes met ons mee, de zogeheten Tractrac Chat. Ze kunnen net als een kolibrie een tijdje stil hangen in de lucht. Toen de gidsen ze wat te eten gaven was dat goed te zien. Ze vertelden dat zij de moeder hebben gered en weer losgelaten in de woestijn toen ze hersteld was. De vogeltjes waren allemaal haar kindjes, zo schattig! Op een gegeven moment maakte een vogeltje een ander soort geluid dan normaal, een soort *trak*trak*trak* en vloog naar een bosje. “Waarschijnlijk zit er in dat bosje een slang, de vogels waarschuwen ons daar altijd voor”, verteld Chantelle. En ja hoor, ze loopt naar het bosje waar de vogel op zit en ziet daar een Horned Adder. On-ver-stelbaar.

Na drie uur was het dan helaas voorbij en moesten we weer terug, maar wat was dit gaaf zeg! Ondanks dat we niets hoefden te betalen, hebben we toch voor een persoon betaald, omdat we zo genoten hebben van deze tour en vooral van de kunsten van Chantelle. Mocht iemand die dit leest naar Swakopmund gaan, zorg er dan alsjeblieft voor dat je Chantelle als gids krijgt!

Cape Cross

Daarna was het spullen inpakken en door richting Spitzkoppe. Onderwijl reden we langs de Skeleton Coast. Aan deze kust liggen een hoop scheepswrakken en walvis skeletten, de meeste alleen met een gids bereikbaar. Het scheepswrak waar je wel zelf heen kunt is die van de Zeila. In 2008 ging de motor van het schip kapot en zijn de mensen gered. Het schip strandde hier, ligt sindsdien aan deze kust en is ondertussen een broedplaats voor allerlei vogels.

Voordat we naar Spitzkoppe gingen wilden we ook nog graag naar Cape Cross. Een kustplaats waar veel Kaapse Pelsrobben (grote zeehonden) wonen. Het was best een end omrijden, maar we hadden de tijd dus vooruit! Onderweg zeiden we nog tegen elkaar: “Hopelijk zijn er wat Pelsrobben, anders is het wel zonde van de trip”. Nou, en of we “wat” Pelsrobben hebben gezien. Bij aankomst op het parkeerterrein lagen er al honderden verspreid op het veld. Bij het parkeren van de jeep raakte je ze bijna, zo dichtbij lagen ze. Op een paar meter afstand konden we er voorbij lopen. Ik was druk bezig met foto’s maken en Roger riep me maar constant: “Wen, Wen, kom nou!” Jaahaa, ik ben toch even foto’s aan het maken hier, want kijk nou hoeveel en hoe dichtbij. Uiteindelijk toch maar Roger z’n kant opgelopen en toen kwam het.. De heeeele kust vol met robben, waar je ook keek. Wooooow! Het schijnt dat er de grootste kolonie van zuidelijk Afrika woont, 130-180.000 in totaal. Ze nestelen daar omdat er erg veel vis in het water zit. Erg gaaf! Alleen die lucht, gadverdamme. Het rook er zoals je denkt dat mest van 150.000 robben ruikt. En dat geluid, wauw. Zo klinken wij om drie uur ‘s nachts op een weekendje weg met vrienden hahah.

Die beesten hebben het ultiem chillen uitgevonden. Boven op elkaar, ondersteboven, op z’n kop, in een hoek van 90 graden, met de nek in de rug, etc. Als je langs liep deden ze hun oogje open, keken je slaperig aan en als je voorbij was gingen ze weer verder tukken. M’n moeder had nog geappt: “Ik hoop dat jullie robben zien zwemmen in de zee”. Nou, dat is gelukt. Een stuk of 1000 hahaha.

Spitzkoppe

Daarna reden we door naar Spitzkoppe. Onderweg kwamen we nog twee zadeljakhalzen tegen! We hebben al zoveel dieren gezien terwijl we nog in geen enkel safaripark zijn geweest, dat belooft wat! Weer een lange, rechte weg, niet erg interessant. Totdat we 60km voor het eindpunt ineens de granieten berg Spitzkoppe aan het einde van de weg zagen. Spitzkoppe wordt ook wel de “Mätterhorn van Namibië” genoemd, vanwege de puntige kop. Een rechte weg met precies aan het einde de berg, erg mooi!

Uiteindelijk reden we de gate in naar de “camping”. Ik zet aanhalingstekens neer, omdat camping een groot woord is. Het is gewoon een groot gebied met allemaal granieten rotspartijen. Door de erosie hebben ze allemaal toffe vormen aangenomen. Erg mooi en weer totaal anders dan we tot nu toe gezien hebben! De zon was net aan het ondergaan dus dit gaf weer een mooie rode gloed over de rotsen. Prachtig! Na wat het leek een half uur rijden over de “camping” – slinger de slanger, hobbel de bobbel – kwamen we eindelijk uit bij de receptie. Daar gaven ze ons een plattegrond met een aantal campsites waar we mochten staan. De keuze was vrij, je moest zelf maar kijken welke plek nog niet bezet was. Oke! We zijn helemaal naar het uiteinde gereden, waar we plek 19 tegenkwamen. Deze stond niet op de kaart, maar zag er erg gaaf uit! Gelegen tussen allerlei rotspartijen, tegen de berg aan. Stroom en water waren er niet. De WC was een houten hokje met een gat in de grond. Back to basics, we love it! En we waren compleet afgezonderd, de enige nacht dat we niets, maar dan ook niets hoorden (zelfs geen vogels of insecten) en ook totaal geen lichten in de omgeving zagen. Cool!

De volgende ochtend hebben we met een gids en twee Belgische toeristen anderhalf uur gehiked door het gebied. De enige manier waarop je het gebied in mocht was met een gids, in verband met de gevaarlijke omgeving; veel steile rotsen en glibberige randjes. De Belgen vertelden dat ze al vaker in Zuid-Afrika zijn geweest en dit hun eerste keer Namibië was. Ze waren al anderhalve week aan het reizen en waren een stuk enthousiaster over Namibië dan over Zuid-Afrika. De sfeer is veel gemoedelijker, er is nul vijandigheid hier tussen de verschillende stammen, het is veel uitgestrekter en er zijn veel minder mensen. Leuk om te horen, want wij hebben een tijdlang getwijfeld tussen Zuid-Afrika en Namibië/Botswana! De goede keus gemaakt dus 😉 .

Na een uurtje hiken door Bushmen’s Paradise (zo werd het genoemd omdat de Bushmen hier vroeger doorheen reisden en er veel dieren waren om op te jagen en veel bomen/planten en vruchten die ze konden gebruiken voor o.a. medicatie) kwamen we uit bij een overkapping waar rotstekeningen van de bushmen in stonden. De oudste hiervan was 4000 jaar oud, de meest recente tekening is 200 jaar oud. Omdat ze vroeger nog niet zulke hippe communicatiemiddelen hadden als nu gebruikten ze rotstekeningen (gemaakt van dierenbloed) om elkaar berichten te sturen. Als er bijvoorbeeld een gevaarlijk dier zoals een neushoorn in de buurt leefde, maakten ze een tekening van een neushoorn. De tweede groep die door het gebied reisden zag dan dat ze moesten oppassen.

Twijfelfontein

Daarna weer hup, de auto in (deze vakantie maken we erg veel kilometers, mocht je dat nog niet doorhebben 😛 ) en op naar Twijfelfontein. Onderweg stopten we in Uis om te lunchen. Ze hadden alleen tosti en koffie, dus keuze was er niet, maar wifi hadden ze dan weer wel. We verbazen ons er echt over dat er zoveel internet is overal! En nog redelijk snel ook! Eenmaal weer terug in de auto kwamen ze achter ons aan rennen met… onze rugtas in hun arm. Die hadden we daar laten liggen, oeps. Ah joh, er zat alleen maar ons fototoestel in, paspoorten, meerdere lenzen en GoPro.. oei oei. Dom dom.

Twijfelfontein staat bekend om zijn vele rotstekeningen. Die hadden we wel genoeg gezien, dus we reden door richting de Organ Pipes, Burnt Mountain en Petrified Forest. Die laatste is wel benoemenswaardig. Petrified Forest of in het Afrikaans ‘Het versteende woud’ is een gebied waar 50 versteende bomen van 280 miljoen(!) jaar liggen. En wij vonden de Deadvlei bomen van 900 jaar al oud. De bomen lijken net echt, maar als je ze aanraakt zijn ze van steen. Het waren dennebomen, wat gek is want die leven helemaal niet in dat gebied. Onze gids legde uit dat ze in de IJsijd met het water zijn meegespoeld en tot de jaren 50 begraven hebben gelegen. Door de erosie zijn ze naar boven komen “drijven”. Omdat ze zo lang begraven hebben gelegen zijn ze bewaard gebleven, de insecten e.d. konden er immers niet bij. Ook waren er mineralen aan de binnenkant gekomen. Eén boom die er lag was open gebarsten zodat je de binnenkant kon zien, daar zag je inderdaad allemaal mineralen zitten.

Leuk om gezien te hebben, bizar dat die bomen zo ontzettend oud zijn en dat ze er nog zo goed uit zien! Hierna was het tijd om door te rijden naar de camping, tentje op te zetten en het kampvuurtje aan te steken (standaard ritueel ondertussen). De dag erna was het tijd om naar ons allereerste safaripark te rijden: Etosha NP! Big five, here we come!

+Gerelateerd
+Info

Gepost op: 21/09/2018

Auteur: Wendy Lempers

Categorie: Afrika, Alle reisverhalen, Namibië

Tags: , , , ,

+3 Reacties
  1. mamsie says:

    Geweldig om jullie verhalen te lezen. Geniet er echt van. Ben stiekem wel jaloers op jullie. Wat een leuke reis, niet verwacht eerlijk gezegd. Wist niet goed wat ik van Namibië moest verwachten. Elke dag iets meemaken wat echt de moeite waard is….prachtig. Mooie foto’s ook. Blij dat daar regelmatig wifi is, blijven we goed op de hoogte. Nog heel veel reisplezier. Blijf overal van genieten. Knuffel. Xx

  2. Marian Lempers says:

    Wat een verhaal. Het ziet er allemaal zo anders uit dan de wereld waarin wij leven, alles is back to basic. Bezonder interesant en mooi om mee te maken. Als ik wat jonger was zou ik het ook hebben gedaan!! Nog veel plezier in de safaripark.

  3. Jeanne says:

    Ik heb het verslag met veel interesse gelezen Wat schitterend!! En de mooie foto`s!! Zo leer ik Namibië ook een beetje kennen. Ben benieuwd naar het safaripark. Veel plezier.

Laat een berichtje achter!